water, bucket, nature, old, old bucket, handle, isolated, used, garbage can, leaking, painter, cleaning bucket, flow, worn out bucket, fire fighting water, extinguish fire, wall paint, drops, worn, wooden bucket, toy, vessel, plastic, bucket, bucket, bucket, bucket, bucket

Arousal en het autonome zenuwstelsel: hoe polyvagaal theorie, sensorische prikkelverwerking en autisme samenkomen

Arousal, basisrust en het autonome zenuwstelsel: een integratie van theorieën

Ken je dat moment waarop je tijdens een opleiding een ‘nieuwe’ theorie tegenkomt, die verrassend veel lijkt op iets wat je allang toepast, maar dan in andere woorden? Zo verging het mij met de polyvagaal theorie en het begrip basisrust binnen autisme. Zelf werkte ik al jaren met de metafoor van de arousallijn, die ik leerde kennen tijdens mijn opleiding tot SI-therapeut. Toen ik me vervolgens verdiepte in autisme kwam ik in aanraking met de term basisrust. En later, tijdens een opleiding over trauma en hechting, maakte ik kennis met de polyvagaal theorie en de ladder van Deb Dana. Ogenschijnlijk verschillende modellen, maar in essentie beschrijven ze hetzelfde: hoe ons autonome zenuwstelsel voortdurend zoekt naar balans, veiligheid en regulatie.

Het autonome zenuwstelsel in vogelvlucht

Het autonome zenuwstelsel (AZS) regelt onbewuste processen zoals hartslag, ademhaling, spijsvertering en bloeddruk. Maar het doet nog veel meer dan dat. Het AZS scant voortdurend onze binnen- en buitenwereld op veiligheid: hoe voelt mijn lichaam, wat gebeurt er om me heen, en hoe is het contact met anderen? Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee hoofdcomponenten: het sympathische deel dat ons activeert in geval van gevaar (vechten of vluchten), en het parasympathische deel dat ons helpt te herstellen en tot rust te komen. De polyvagaal theorie verfijnt dit model door het parasympathisch systeem op te splitsen in twee delen: de ventrale vagus (verbondenheid, rust en sociaal gedrag) en de dorsale vagus (terugtrekking, bevriezing).

Wat is arousal?

Als SI-therapeut leerde ik al vroeg werken met de arousallijn — een visuele schaal die helpt om de mate van activatie in het autonome zenuwstelsel te begrijpen. Arousal verwijst naar hoe alert of actief we zijn, en die staat is allesbehalve statisch. Het is een voortdurend bewegend systeem, beïnvloed door zowel wat er in ons lichaam gebeurt als door alles wat op ons afkomt: gedachten, geluiden, licht, aanrakingen, sociale interacties. Op die lijn bewegen we van een te laag arousal, zoals dagdromen of slaperigheid, naar een optimale zone waarin iemand gefocust, sociaal en leerbaar is. Aan de andere kant ligt een te hoog arousal, met hyperalertheid of vecht-vluchtgedrag. Binnen de sensorische informatie interventie draait het om het herkennen van verstorende prikkels én het bieden van regulerende input, zodat iemand weer terug kan keren naar die optimale balans. Dat proces, het constant bijstellen en terugschakelen, noemen we reguleren.

arousallijn, blauw, groen, oranje, rood, hypoarousal, hyperarousal

Factoren die het arousalniveau beinvloeden

Onze staat van paraatheid wordt door vele factoren beïnvloed. Sensorische informatie is een belangrijke bron, vooral als iemand snel overprikkeld of juist onderprikkeld raakt. Ook gedachten — positief of negatief — kunnen de alertheid verhogen of verlagen. Activiteiten en contexten, zoals sociale situaties of deadlines, spelen een rol, net als de omgeving waarin iemand zich bevindt: een rustige natuurplek werkt nu eenmaal anders dan een drukke stad. Verder hebben ook lichamelijke gesteldheid (zoals pijn of hormonale schommelingen), sociale interacties en de emotionele betekenis die we aan situaties geven, impact op ons zenuwstelsel. Juist die emotionele lading, gevormd door eerdere ervaringen, bepaalt vaak of iets als bedreigend of veilig wordt ervaren.

Arousal en autisme: basisrust en de prikkelemmer

Tijdens mijn opleiding tot autisme specialist maakte ik kennis met het begrip basisrust — een term die meteen betekenis kreeg toen ik die koppelde aan wat ik in de praktijk al vaak zag. In het autistische brein worden prikkels intenser en minder gefilterd verwerkt. Waar het neurotypische brein moeiteloos selecteert wat wel en niet relevant is, komt bij een neurodivergent brein bijna alles binnen als bewuste input. Daarbij wordt informatie vaak lineair en rigide opgeslagen, terwijl de wereld juist grillig en veranderlijk is. Het is precies die combinatie — een continue stroom aan zintuiglijke prikkels én een omgeving die zich niet houdt aan voorspelbare patronen — die zorgt voor een voortdurend verhoogd arousalniveau.

De prikkelemmer is hiervoor een treffende metafoor: elke prikkel vult de emmer. Zonder voldoende mogelijkheid om spanning af te voeren, stroomt deze emmer uiteindelijk over. Daarom zijn interventies binnen het werken met autisme gericht op het aanbrengen van structuur, voorspelbaarheid, visuele ondersteuning en het verduidelijken van taken en context. Zintuiglijke regulatie, zoals diepe druk of rustgevende geluiden, helpt eveneens mee de emmer niet te laten overlopen. 

De polyvagaal ladder: een dynamisch model voor regulatie

Later, tijdens een opleiding over trauma en hechting, leerde ik de polyvagaal theorie kennen met de laddermetafoor van Deb Dana. Deze maakt de dynamiek van arousal op een andere manier inzichtelijk. De bovenste sport vertegenwoordigt de ventrale vagale staat, waarin iemand zich veilig, verbonden en leerbaar voelt. Zakt iemand een sport omlaag, dan treedt het sympathisch systeem in werking en ontstaat er verhoogde alertheid en actiebereidheid — wat zich kan uiten als angst, maar ook als onrust of paniek. Helemaal onderaan bevindt zich de dorsale vagale toestand, gekenmerkt door terugtrekking, gevoelloosheid of zelfs shutdown.

polyvagaal ladder

Mengstaten zijn eveneens mogelijk. Een combinatie van ventrale vagus en sympathische activatie kan leiden tot een sportieve flow: actief en gefocust, maar met behoud van verbinding. Als de ventrale en dorsale banen tegelijk actief zijn, ontstaat eerder een toestand van ontspanning, herstel en rust: je keert naar binnen, maar voelt je niet afgesneden van de wereld.

Verschillende taal voor dezelfde werkelijkheid

Hoewel de arousallijn, basisrust en de polyvagaal ladder uit verschillende contexten komen, beschrijven ze uiteindelijk hetzelfde fysiologische proces. Ze bieden elk hun eigen invalshoek op hoe het autonome zenuwstelsel werkt, reageert en reguleert.

Voor professionals betekent dit dat het herkennen van de staat van het autonome zenuwstelsel cruciaal is. Vanuit die kennis kun je passende interventies kiezen, werken aan een veilige omgeving en co-regulatie mogelijk maken. Of je nu werkt vanuit sensorische integratie, autisme of traumaperspectief — het begrijpen van arousal als kernmechanisme vormt de verbindende schakel tussen deze theorieën.

Nieuwgierig hoe dit er in de praktijk uit kan zien? Je leest er meer over in mijn blog ‘Co-regulatie in actie‘.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven