stopbord

Het belang van context bij autisme

Hoe één woord tot verwarring (én inzicht) leidde

Vandaag nam ik L. mee voor fysiotherapie.
De hulpvraag: leren fietsen.
Ze kan inmiddels zelfstandig trappen en sturen, maar stoppen op commando… dat is nog lastig.

Tijdens een van die oefenmomenten, toen het stoppen weer niet vanzelf ging, drong iets tot me door.
Het woord ‘stop’ komt in haar dag wel héél vaak voor — in allerlei verschillende betekenissen. En dat kan verwarrend zijn, zeker als je autisme en een verstandelijke beperking hebt.

Eén woord, vele betekenissen

Binnen het Ontwikkelcentrum hoor ik het woord ‘stop’ in uiteenlopende situaties:

  • het stopliedje dat aan het einde van een activiteit wordt gezongen;
  • “stop daarmee!” of “stop maar” wanneer gedrag niet wenselijk is;
  • “stop” als signaal bij het fietsen of wandelen om stil te staan voor het oversteken;
  • en “stop er maar in” – wanneer iets ergens in moet, bijvoorbeeld een sok of puzzelstukje.

Het lijkt één en hetzelfde woord, maar de context bepaalt telkens een andere betekenis.

Een misverstand met een glimlach

Die veelheid aan betekenissen leidt soms tot grappige, maar leerzame momenten.
Zo hielp ik laatst een kind met het aantrekken van zijn sokken. Hij had zijn schoenen en sokken uitgedaan, maar kreeg ze niet meer aan.
Ik zei: “Ik help je wel, om je voet weer in de sok te stoppen.”

Waarop hij spontaan het stopliedje begon te zingen.
En ik in de lach schoot.

Een klein moment van verwarring — maar eentje dat me opnieuw liet beseffen hoe groot de rol van context is.

De rol van context bij autisme

Voor iemand met autisme is het niet vanzelfsprekend dat woorden meerdere betekenissen kunnen hebben.
De koppelingen in het brein zijn vaak star en specifiek: een woord hoort bij één situatie, één betekenis.

Het is aan ons — begeleiders, therapeuten, leerkrachten — om die context helder te maken.
Niet alleen wat we zeggen telt, maar vooral wanneer en waarom.

In mijn voorbeeld is het dus beter om te zeggen:

  • “Stop met fietsen” in plaats van alleen “stop”, of
  • “Ik help je met sokken aantrekken” in plaats van “ik help je je voet in de sok te stoppen.”

Wanneer verwarring ontstaat

Zolang iemand de betekenis in de situatie begrijpt en er geen stress ontstaat, is het niet erg om een woord als ‘stop’ breed te gebruiken.
Dan groeit de taal mee, en wordt de betekenis vanzelf ruimer.

Maar zodra iemand niet doet wat jij verwacht, is het goed om niet meteen te denken aan onwil of ongehoorzaamheid.
Misschien is het gewoon een kwestie van taal die niet begrepen werd.

Wat dit ons leert

Dit soort momenten herinneren me eraan hoe groot de invloed van context is op communicatie.
Wat voor ons vanzelfsprekend is, hoeft dat voor iemand met autisme niet te zijn.

Door woorden te koppelen aan de situatie, helpen we de ander betekenis te geven aan taal.
Dat vraagt van ons:

  • vertragen in plaats van corrigeren,
  • observeren in plaats van aannemen,
  • en uitleggen in plaats van herhalen.

Zo maken we communicatie niet alleen duidelijker, maar ook veiliger en meer in verbinding.

Samengevat

Woorden krijgen betekenis door de context waarin ze gebruikt worden.
En juist daar — in die kleine woorden met grote verschillen — kunnen wij als professionals het verschil maken.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven