Casus R. - Als prikkelverwerking en autistisch denken samenkomen
Sommige kinderen laten ons feilloos zien hoe belangrijk het is om verschillende theorieën naast elkaar te leggen. Want wat vanuit de sensorische informatieverwerking verklaarbaar lijkt, krijgt vanuit het autistisch denken vaak nog een extra betekenis. In de praktijk versterken die invalshoeken elkaar, en juist dáár ligt de sleutel tot beter begrijpen én effectiever begeleiden.
Dat blijkt ook uit casus R.
Vorige week bespraken we R. in het multidisciplinaire overleg. R. is 10 jaar oud, heeft een verstandelijke beperking en de diagnose autisme spectrumstoornis.
De begeleiding ervaart veel moeite om hem bij activiteiten te betrekken, zoals werken met de ontwikkelingsbakken, kringactiviteiten, senso-activiteiten of knutselen. R. leek nergens echt belangstelling voor te hebben, zijn aandacht dwaalde steeds weg en hij stond regelmatig op van zijn stoel.
Bij doorvragen werd duidelijk wat er meespeelde:
R. wilde voortdurend bezig zijn met de voertuigen en de geluiden van hulpverleningsdiensten. Zijn aandacht lag daardoor buiten het klaslokaal. Hij wilde bij het raam of bij het hek kijken en luisteren. Het gevolg: hij was nauwelijks op zijn stoel te houden.
Vanuit de prikkelverwerking wisten we dat R. minder sterk reageerde op proprioceptieve prikkels. Hij heeft veel beweging nodig om zijn lijf goed te voelen en zijn alertheid op peil te houden. Schommelen, fietsen, trampolinespringen en wandelen helpen hem daarbij. De begeleiding biedt hem daarom dagelijks een uur wandelen aan. Meer tijd voor wandelen is er niet, omdat dan te weinig ruimte overblijft voor andere ontwikkelingsgerichte activiteiten.
Vanaf zijn plek aan tafel zag R. bovendien steeds de hangmatschommel. Als hij niet naar het raam liep, liep hij wel naar de schommel.
Twee invalshoeken, één geheel
In deze casus komen de hypothesen vanuit zowel prikkelverwerking als autistisch denken mooi samen.
Vanuit autistisch denken:
- R. heeft een hyperfocus op hulpverleningsdiensten. Deze hyperfocus geeft hem rust, maar neemt ook al zijn aandacht in beslag.
- De context ‘vertelt’ hem steeds: schommelen. Voor R. is de koppeling vast: schommel zien = schommelen.
Vanuit SI-perspectief:
- Er is sprake van proprioceptieve onderreactiviteit. R. heeft beweging nodig om alert en leerbaar te blijven.
Wanneer beide invalshoeken worden meegenomen, ontstaat er een vollediger beeld. En juist dan worden interventies effectiever.
Interventies
De hyperfocus benutten
Hyperfocus kan houvast geven, maar ook opslokken. Daarom maakten we de keuze om zijn voorkeur voor hulpverleningsdiensten terug te laten komen binnen de activiteiten. Denk aan telwerkjes met politie- en brandweerauto’s, bouwen met de brandweerkazerne van Duplo, sensobakken in hetzelfde thema of knutselwerkjes rondom voertuigen. Zo werd zijn interesse niet genegeerd, maar benut als ingang om hem weer actief te laten deelnemen.
De kracht van context
Context ‘spreekt’ altijd. Een open deur nodigt uit om naar binnen te kijken, een klaslokaal met tafeltjes en stoelen activeert het schoolse script. Bij mensen met autisme liggen die contextuele koppelingen vaak veel vaster: A leidt altijd tot B. Zo ook bij de schommel: zichtbaar = uitnodiging om te schommelen. Zeggen “blijf zitten” heeft dan weinig zin. De oplossing: maak de schommel onzichtbaar.
Proprioceptie integreren
Alleen een uur wandelen bleek niet voldoende. Tijdens het overleg ontstond daarom het idee van een carrousel. Bij ontwikkelingsgerichte taken werkt de begeleidster steeds één-op-één met een kind. De andere kinderen moeten zich in die tijd zelfstandig bezighouden. Door in het lokaal verschillende hoeken te creëren – met bijvoorbeeld een trampoline, een schommel en een trimfiets – kunnen de kinderen tijdens die momenten proprioceptieve activiteiten doen. Na een tijdje wordt er gewisseld, zodat ieder kind afwisselend werkt en beweegt. Zo komt de benodigde proprioceptieve input dagelijks terug, zonder dat dit ten koste gaat van de andere activiteiten.
En dan nog de voorspelbaarheid. De plek was duidelijk, maar hoe maak je voor deze kinderen inzichtelijk wanneer een activiteit klaar is of hoe lang iets duurt? Dat kan door altijd dezelfde volgorde aan te houden: zo ontstaat een ritueel dat houvast biedt. Het afronden wordt verduidelijkt met een stopliedje. Voor kinderen die het begrijpen kan ook een time-timer of wekker extra ondersteuning geven.
Slot
Deze casus laat zien hoe sterk theorieën elkaar kunnen aanvullen. Waar het SI-perspectief ons helpt om onderliggende prikkelverwerkingsproblemen te begrijpen, geeft het autistisch denken inzicht in hoe een kind betekenis geeft aan context. Samen bieden ze handvatten die in de praktijk écht verschil maken.
Werk jij ook met kinderen of volwassenen met autisme en een verstandelijke beperking? En wil je soms nog eens teruggrijpen naar de kern van beide theorieën? In mijn boek SI & ASS, de theorie van de prikkelverwerking en autisme spectrum stoornis in beeld vind je praktische uitleg en herkenbare voorbeelden die theorie en praktijk naadloos verbinden. Een waardevol naslagwerk om steeds weer bij de hand te nemen.